donderdag 17 juni 2010

D-tjes en t-tjes, brood bakken of auto's repareren.




Mensen die mijn blog lezen hebben het vast al wel eens opgemerkt; ik ben niet zo'n taalkundige.
Dat is natuurlijk best opmerkelijk te noemen aangezien mijn verhalen vaak als boek in de winkel komen. Nu staan in al die boeken de d-tjes en de t-tjes natuurlijk wel gewoon goed, aangezien daar weer mensen aan werken die dat wel weer goed kunnen. En bedenk ik de meeste verhalen alleen en schrijf ik ze niet. En zo komt het toch allemaal weer goed. Als we allemaal maar doen wat we goed kunnen.

Het zit blijkbaar in de familie. Mijn zoon Julius (van 8) sucked big time met zijn spelling. Zijn spelling is zo slecht dat er alarmbellen zijn afgegaan. Een paar juffen zaten met een rood hoofd tegenover me. Het feit dat hij 1 boek per avond las was niet van belang. Dat hij door het prachtige geschenk van taal in staat was om nieuwe werelden te ontdekken en vol verhalen zat door geïnspireerd te raken door die boeken. Zijn spelling was niet in orde. En daar ging het om.

De laatste dagen heeft taalkundig Nederland alarm geslagen. Want, en nu komt het, kinderen twitterde en hyve-te naar hartelust dat ze geslaagt waren. Met een T.

Ik las zelfs dat als een kind geslaagt met een T schrijft ipv met een D de opleiding van het kind mislukt was.

Omdat ik verhalenmaker ben en deze verhalen meestal eerst in boekvorm op de markt komen heb ik nogal vaak met 'taalmensen' te maken. Die zich natuurlijk groen ergeren (sommige laten het niet merken maar ik zie steeds hun ogen rollen) aan mijn gebrek aan spellingsvaardigheden.
En, daar heb ik me nooit zoveel van aangetrokken. Zo rolt ook mijn boekhouder steeds met zijn ogen als ik de boekhouding inlever en rolt ook mijn vrouw met haar ogen als ik kook. Ik kan veel (al zeg ik het zelf ;-), heleboel dingen kan ik weer niet. Je kan namelijk niet overal goed in zijn.
Daarom zijn er ook zoveel bakkers, slagers, automonteurs en schoenmakers. Omdat mensen nu eenmaal niet alles goed kunnen.

Nu is taal en spelling natuurlijk best belangrijk. Het heeft namelijk alles te maken met communicatie. En communicatie is belangrijk. Dus is taal belangrijk. Simpel.
Nu kun je taal op een aantal manieren gebruiken. Je kan taalkunstenaar zijn die iedere millimeter gebruikt om zich beter en/of mooier uit te drukken. Die kunst maakt.
Net zoals een chefkok los kan gaan op smaken. Op nuances. Net als een huisschilder los kan gaan op het schilderen van een schuur.
Nu kun je taal ook gebruiken om te communiceren. Om te vertellen dat je geslaagd bent.

En, of een meisje of jongen nu geslaagd met een d of een t schrijft, ik begrijp de boodschap. Er zijn geen misverstanden. Communicatie is geslaagd. Zij hebben nooit de bedoeling gehad om er een boek over te schrijven. Slechts vertellen aan hun vrienden dat ze geslaagd zijn. Gaan zij ooit taalkunstenaars worden? Ik denk het niet. Maar misschien ook geen automonteur. En misschien ook geen huisarts. Maar misschien gaan ze de wereld wel redden van de ondergang. Of misschien vliegen zij wel als eerste naar een nieuwe planeet. Of misschien gaan ze wel schrijven en huren ze een taalkundige in om het werk te corrigeren.

Ze hebben blijkbaar wel geleerd om te communiceren. Ze hebben wel geleerd dat ze een grote groep van vrienden, kennissen en familie op de hoogte blijft houden van al hun avonturen. Wat communicatie betreft een prima stap. Maar blijkbaar niet goed genoeg. Want de D-tjes en T-tjes stonden niet goed. En daar gaat het blijkbaar juist om.

Even terug naar mijn zoon Julius. Ik heb de juf verteld dat ik meer mijn best zal doen om hem te stimuleren goed te schrijven. En dat ik ondertussen zijn sollicitatiebrieven wel door een corrector laat nakijken. Flauw natuurlijk. Maar ik kon het niet laten.

Want als ik me had laten weerhouden om verhalen te maken omdat mijn spelling suckte was ik nooit aan mijn droom begonnen. Had ik geen blog. Was ik nooit zo blij geweest als dat ik nu ben. En had ik niet al die mensen blij gemaakt met de spulletjes van CircusPatz.

Dus als spellingsenthousiastelingen roepen dat als de leerlingen denken dat ze geslaagt zijn, de school gezakt is roep ik dat een opleiding hopelijk meer is dan D-tjes en T-tjes. En zou ik wel eens willen weten hoe die spellingsmannen en vrouwen koken, hun huis schilderen of hun auto onderhouden. En of ze wel eens met hun buren praten of aan hun kinderen voorlezen.


Patz


ps. Ik wilde dit stuk nog laten corrigeren maar heb het lekker niet gedaan ;-)

woensdag 16 juni 2010

maandag 7 juni 2010

Kinderen een lesje leren


Ik heb wat met onderwijs. Of eigenlijk moet ik het anders zeggen; ik heb er niets mee. In ieder geval niet hoe ik het heb 'gekregen' en hoe heel veel kinderen het nu krijgen.

Mijn schoolcarrière was lang en vervelend. Natuurlijk hadden we het onder elkaar leuk, ik had alleen de pech om les te krijgen van leerkrachten uit de vorige eeuw in een leersysteem dat minstens net zo oud was. Leerkrachten die niet begrepen hoe kinderen van toen in elkaar staken en een systeem bedacht om arbeiders te creëren om de industriële revolutie te voorzien van gehoorzame werkkrachten. Nog net niet in een rij de klassen binnen, nog net niet een fabriekshoorn die de arbeiders de fabriek in schreeuwt.

Ik krijg nog steeds de kriebels als ik een school binnenloop. Ik zie leerkrachten hun lesje afdraaien met verveelde leerlingen tegenover hen. En ik hoor leerkrachten klagen. Hoe moeilijk het nu is om voor de klas te staan. Hoe de horde tot aan de tanden gewapend met camera's, mobieltjes en high-tech communicatiemiddelen je aan stukken scheuren. Die onopgevoede wilden die op geen enkele manier respect weet op te brengen.

Maar dan bedenk ik me dat het vroeger niet anders was. Wij waren nog net even meer geconditioneerd door onze ouders en de wereld om ons heen om het op te brengen om naar zo'n uitgebluste leerkracht te luisteren zonder hardop te roepen dat we het niet meer trokken. Maar wat snakte ik ernaar op geïnspireerd te worden. Wat snakte ik ernaar om tegen een docent te roepen;'als je mij niet kan inspireren, wat doe je in godsnaam voor de klas?' het zou nog een paar generaties duren voordat leerlingen het hardop gingen zeggen.

Natuurlijk is het nu dan ook een zwaar vak. Dat klopt. Natuurlijk moet een leerkracht veel meer verdienen. Natuurlijk moeten er meer leerkrachten komen. Maar dan zeg ik ook; het is een Vak. Geen bijbaan. Geen 3 dagen in de week-beroep. Onze kinderen verdienen beter. Het is een roeping. Neem het vak serieus. Verdiep je in de materie. Onderwijs met vuur. Zorg ervoor dat kinderen verliefd worden op wat je ze verteld. Verdiep je in degene die je iets moet leren. Snap dat ze in een andere tijd leven. Snap dat ze niet meer automatisch in de houding springen zoals jij dat ooit deed. Neem de moeite om je onder te dompelen in hun wereld. Wees vol van datgene wat je moet overbrengen. Inspireer.

En in godsnaam; ga wat anders doen als je het niet meer trekt. Een leerkracht die het vak eigenlijk niet meer ziet zitten of de wereld waarin kids en jongeren nu leven niet wil begrijpen is als een chirurg met trillende handen. Die horen niet thuis in de arena.


Patz